Boodschappen doen is nooit echt mijn hobby geweest. Toch probeer ik er het positieve van in te zien: ik ben er even uit, ik zet wat stappen, en meestal is het zo gepiept. De supermarkt zit immers om de hoek. Dus met een lijstje in mijn telefoon ging ik op pad om eten voor vandaag in huis te halen. Ik had het slim gepland: net voordat alle mama’s met kinderen uit school de winkel binnen zouden stromen. Want hoe leuk ik kinderen ook vind, een winkel vol krijsende, huilende en gillende kinderen… liever niet.
Op het menu stond Japanse curry. De simpele versie, want zoonlief had een recept uitgezocht met zoveel stappen dat ik daar vandaag écht de energie niet voor had. In de winkel ging het eerst prima: aardappelen en wortels in mijn tas, en daarna op zoek naar de curry in het gangpad met oosterse producten.
En daar ging het mis.
Het hele gangpad lag overhoop. Zes jonge medewerkers waren druk bezig lege schappen te vullen en — zo leek het — álles ergens anders neer te zetten. Nee hè, dacht ik. Niet weer zo’n winkelactie waarbij ze alles verplaatsen en de klant vervolgens de halve supermarkt moet afzoeken. Ik keek rond. Geen curry te bekennen. Ook niet in de kratjes die de jongens bij zich hadden.
Langzaam voelde ik de paniek omhoog kruipen. Mijn hartslag ging sneller, mijn ademhaling werd oppervlakkiger. Wat nu? Japanse curry was het plan. Hier had ik me op ingesteld. En nu moest ik zoonlief gaan teleurstellen? Ik probeerde nog snel te googelen hoe je de curry zelf kon maken, maar het idee van roux maken — nee, dat ging hem vandaag niet worden. Niet nu ik al moe en overprikkeld was.
Ik voelde het: het moment waarop je de controle dreigt kwijt te raken. Ik wilde het liefst hard gillen naar die medewerkers, vragen of ze gek geworden waren om juist nú alles om te gooien. Maar ik hield me in. Zij konden er ook niks doen en werkte keihard om alles weer te vullen.
Diep ademhalen. Nog een keer. Nog een keer. Ik besloot alles terug te leggen en opnieuw te beginnen. Op weg naar de groenteafdeling bedacht ik dat ik de rijst en kip wel kon houden, en dat ik dan iets van wok groente erbij zou doen. En wat bleek? Ze hadden zelfs Japanse wok groenten. Toch nog een klein Japans tintje.
Snel haalde ik de rest van de boodschappen (al stonden mijn crackers ook ineens niet meer op hun plek), rekende af en liep naar buiten. Daar haalde ik nog een paar keer diep adem. Snel naar huis, naar de rust.
Dit was weer zo’n moment. Zo’n moment waarop het verdriet me overvalt dat iets kleins, zoals een leeg schap, zo’n grote impact heeft. Dat schakelen, waar ik vroeger zo goed in was, lukt me niet meer zoals toen. En terwijl ik dit schrijf stromen de tranen. Omdat het pijn doet. Omdat het me raakt. Anderzijds weet ik dat ik ook trots mag zijn omdat ik het tóch gedaan heb. Omdat ik, ondanks alles, een oplossing vond.
#nietaangeborenhersenletsel #levenmetNAH #onzichtbaarziek #prikkelverwerking


Reactie plaatsen
Reacties